‘Er ligt écht een deken van landbouwgif over Nederland’. Er zijn drie groepen pesticiden te onderscheiden
Lelieteelt in Vinkega. Lourens Looijenga
Vooral in het gebied rond Noordwolde, Vinkega en Boijl zijn in Weststellingwerf ook lelietelers actief. Een deel van het onderzoek vond bovendien plaats in het Drents Friese Wold.
Meten=Weten
Na meer dan vijftien jaar overlast te hebben ervaren van intensief bespoten sierteelten, zonder dat de gemeente daar iets aan deed, besloten inwoners van Westerveld in december 2018 zelf monsters in hun leefomgeving te nemen en te laten onderzoeken op pesticiden. Dat was het begin van het burgerinitiatief Meten=Weten.
Monsters
Inmiddels heeft Meten=Weten 87 monsters genomen uit (moes-)tuinen, natuurgebieden, akkerranden, volggewas, oppervlaktewater, compostbulten, vegetatie, bodem, mest, lucht en mensenhaar. Die zijn onderzocht in diverse onafhankelijke laboratoria. Uit de uitslagen blijkt dat er 132 verschillende bestrijdingsmiddelen, biociden en hun metabolieten in de monsters aangetroffen zijn.
Pesticiden
De belangrijkste conclusie is dat er overal landbouwgif is gevonden. Het is volgens burgerinitiatief opmerkelijk dat er door de overheid nauwelijks structureel onderzoek is gedaan naar de effecten van het gebruik van pesticiden voor mens en natuur. ‘Met goedkeuring van dezelfde overheid wordt toegestaan dat er jaar in jaar uit miljoenen kilo’s pesticiden in het milieu terecht komen. Er ligt écht een deken van landbouwgif over Nederland.’
Drie groepen
Bij de bestudering van de uitkomsten van onze monsters bleek dat er drie groepen pesticiden te onderscheiden zijn:
1) Een groep die niet buiten de akker teruggevonden wordt. Deze waarneming verdient volgens Meten=weten nog nader onderzoek.
2) Een groep die zich tot ongeveer een kilometer van de akker verspreidt door drift, verwaaiing en verdamping en met de afstand tot de akker afneemt. ‘De pesticiden uit de tweede groep, die zich verspreiden tot ca. 1000 meter vormen een risico voor omwonenden.’
3) Een groep vluchtige pesticiden die tot diep in natuurgebieden is aangetroffen vooral als gevolg door verdamping en verwaaiing. ‘De pesticiden uit de derde groep zijn een regelrechte bedreiging voor mens en natuur. Het zijn pesticiden die zich via stof of door verdamping verspreiden.’
Acht stoffen
De monsters in het Drents Friese Wold werden allemaal genomen op 17 september 2019 over een lengte van in het totaal 1975 meter. In alle vijf vegetatiemonsters werden bestrijdingsmiddelen gevonden. In totaal werden acht verschillende stoffen gevonden. ‘De aanwezigheid van de acht gevonden stoffen moet zonder meer als verontrustend worden beoordeeld. Daarbij moeten we ons ook nog bewust zijn van het feit dat er vele insecticiden zijn die in lage, echter niet meetbare, concentraties aanwezig kunnen zijn in de natuur. Dat betekent dat ook als we deze stoffen niet in de gebieden vinden, er toch sprake kan zijn van een massieve invloed op de ecologie.’